369.EGHBO
369

E(G)HBO

Leuven
Opdrachtgever: 
UZ Leuven, KU Leuven
Projectarchitect: 
Ilse Van Berendoncks, Filip Delanghe
i.s.m: 
Erik Dhont bvba, bureau Greish
Periode: 
2003–heden (ontwerp), 2005-heden (supervisie / uitvoering)
Functies: 
zorg, werken, commercieel, onderwijs
Programma: 
Masterplan voor de gehele ziekenhuissite.

Om heden en toekomst te waarborgen is er voor de Campus Gasthuisberg een ruimtelijk denk- en referentiekader nodig waarin de verschillende – en veelal nog onbekende en/of onvermoede – ontwikkelingen stelselmatig ingebed/ingebouwd kunnen worden. Er zijn een aantal belangrijke actuele en toekomstige vragen die de ontwikkeling van de campus (gaan) bepalen:

  • de interne herstructurering van het ziekenhuis (o.a. uitbouw logistiek platform, uitbouw ambulant ziekenhuis vs. algemeen/pathologisch ziekenhuis, de herstructurering van de Leuvense universitaire ziekenhuizen en de daaraan gekoppelde overbrenging van afdelingen);
  • de steeds groeiende congruentie tussen UZLeuven en KULeuven;
  • de integratie van de KHLeuven (verpleegsterschool);
  • de groeiverwachtingen ten gevolge van de open ontwikkelingsstrategie en de magneetfunctie van de Gasthuisberg als biomedische aantrekkingspool (o.a. spin-off activiteiten,…).

 

Het masterplan geeft hierop een antwoord door een klare maar soepele kijk op de ruimtelijke organisatie van de site en is gestoeld op 4 basisprincipes en metaforen:

 

Metafoor van de Stad

Deze metafoor heeft 2 aspecten.

Het eerste ziet de Campus Gasthuisberg als een ‘stad in ontwikkeling’ en neemt de openbare ruimte als drager voor/van de organisatie van de ‘stad’. De differentiatie in de openbare ruimte - straten en pleinen van een verschillend karakter – zal het mogelijk maken om herkenbare ‘plekken’ en identiteiten te gaan definiëren binnen de context en de koepelstructuur van de campus. De samenstellende gehelen van de campus (UZL/KUL/KHL) zowel als onderdelen/afdelingen van deze gehelen kunnen daardoor aan eigenheid en (h)erkenbaarheid winnen.

Het tweede aspect doelt op het verdichtingsprincipe. Uitgangspunt is kernverdichting en het concentreren op het efficiënt inzetten van de reeds bestaande kernen, eerder dan steeds verder de nog beschikbare open ruimte te consumeren. Het verdichtingsprincipe wordt de hefboom om de heersende en ongecontroleerde ‘tussenleegte’ om te buigen in beheerste en beleefde ‘tussenruimte’. Het uitleggen van een gesloten ringweg rondom de campus is hiervoor het instrument.

 

Groene Longen

De ‘Groene Longen’ zijn het rechtstreeks gevolg van het verdichtingsprincipe en de optie om het programma maximaal te gaan realiseren binnen de ‘ringweg’. Door de concentratie op de campus zelf kunnen de omliggende ‘open’ gebieden gevrijwaard blijven en vormen ze de groene buffer rondom de verdichte kern.

 

Metafoor van het Hart

Het fysisch hart kan mooi gelinkt worden aan de geometrie van de campus. Door de strategie van de verdichting toe te passen, volgt de begrenzing van de campus heel duidelijk deze geometrie. Het functioneren van het hart als centrale, stuwende pomp met haar twee boezems en twee hartkamers, haar vierdeling, is perfect toepasbaar op het organisatieschema van de verschillende functie-onderdelen. Het ontwerpvoorstel geeft binnen de ringweg per niveau de ontwikkeling weer van deze functie-onderdelen als vier grote zoneringen:

  • Ziekenzorg (blauw);
  • Onderwijs (rood);
  • Onderzoek (geel);
  • Diensten (grijs).

Elke zonering volgt een eigen te ontwikkelen programma met subprogramma’s, heeft een eigen toegang, een eigen hart, rond een eigen binnenplein of patio. Ze staan als identiteit op zich maar vormen toch een allesomvattend geheel omdat ze vasthangen aan een helder en eenduidig raster met drie welbepaalde richtingen.

 

(Assen-) Kruis

Het assenkruis is het instrument om de verschillende zoneringen, nl. de 4 hartkamers, en hun toegangen te verbinden, om bestaande aan nieuwe gebouwen te clusteren, om open ruimte met gebouwde omgeving te linken. Haar horizontale arm vertegenwoordigt de bestaande bezoekersas/-straat op niveau 1 als belangrijke, richtinggevende en bindende houvast ten behoeve van de algemene organisatie van de huidige, complexe programmaonderdelen. Haar verticale arm, een centrale straat dwars op de berg, vormt een noodzakelijke aanvulling om op alle niveaus een logische, heldere link te leggen tussen nieuwe en bestaande ontwikkelingen.

Langs het assenstelsel vormen binnenpleinen, patio’s, inkomhallen dé doorgangs- en ontmoetingsplaatsen die elk, door een specifieke materialisatie, een eigenheid en zodoende een herkenbaarheid zullen uitstralen.